Zavod Imeni Likhacheva, ZIL -- Silk Route 1200 / 2016
Dag 0 - 19-02-1960
Het is al laat als Alexey en Georgy de stalen poort van de Likhachev fabriek in Moskou achter zich sluiten, nog een keer checken ze de hangsloten en dan knerpen hun laarzen door de sneeuw. Ze zijn op weg naar huis en zijn dood moe. De laatste tijd is de druk erg hoog geweest en hebben ze met een klein team de laatste hand weten te leggen aan het prototype, het laatste pre productie model van de de ZiL-130. Deze compacte vrachtwagens zullen op termijn bijna al het logistieke werk gaan doen in alle uithoeken van het onmetelijk grote Rusland. Vanaf 1962 in massa productie tot 2004 in nagenoeg ongewijzigde vorm. De motor is al van het verbeterde type, een slordige 6 ltr 8 cylinder op een simpele 5 versnellingsbak. Geen gepruts met hoge of lage gearing, altijd koppel zat. Uiteindelijk zullen er bijna 4 miljoen exemplaren worden gefabriceerd. Het is precies 21:32 als Georgy het sleuteltje omdraait en de machtige motor van truck 001803 voor het eerst tot leven komt. 2491 kilometer verder in Poortugaal nabij Rotterdam word ik op dat moment geboren.
Dag 20681
Het is al later dan ik gehoopt had als ik in Bukhara aankom. De weg is in de vier jaar dat ik er langs kom nog niets verbeterd. Ondanks de vele plekken waar het verkeer van baan moet wisselen omdat de andere kant in onderhoud is zit er nog niet veel schot in de renovatie. Misschien is het geld op of wordt de noodzaak vanaf hogerhand gebagatelliseerd. Dit is het stuk van de Silk Route 1200 waar ik het meeste ontzag voor heb. Ruim honderd kilometer waarin de weg gaandeweg slechter begint te worden totdat er alleen nog gaten en scheuren overblijven.
Dit is inmiddels de tweede dag, de eerste dag gaat voornamelijk langs de goed geasfalteerde M37. Deze weg is breed genoeg om veilig snel te kunnen rijden. Vandaag was het een heel ander verhaal er zitten net na Samarkand enkele tientallen kilometers grof gescheurd wegdek bij en later voorbij de plaats Navoi houd de weg bijna op te bestaan. Op een gegeven moment hobbel je tussen akkers met rijst door. Het is niet voor niets dat het Aral meer bijna is opgedroogd. In de bovenloop van de rivieren die het voeden wordt al zoveel water afgetapt voor katoen en rijst dat er niet veel meer overblijft om het meer te vullen. Rijst verbouwen in een woestijn kan alleen maar een ecologische ramp tot gevolg hebben.
Om een uur of 4 ’s middags kom ik aan in Bukhara, een kleine woestijnstad, die als je naar de monumentale gebouwen kijkt zo oud is als god zelf. Heerlijk warm vandaag maar toch ook weer niet te heet. Ik stap af bij de inmiddels bekende overnachtingsplaats in de school Yoslik, waar ik wordt opgevangen door Alexei. Na een praatje en thee ga ik douchen en overweeg of dit al het moment is om een ander shirt aan te trekken. Ik kan slapen in dezelfde gymzaal als vorig jaar, maar het is nog te licht en te heet binnen. Ik probeer het even maar het lukt me niet om in slaap te komen. Vandaag ook maar 280 kilometer gereden.
Als dan ook andere rijders binnen beginnen te komen rond 6 uur besluit ik om alvast terug te rijden, nog redelijk fris en met een vaag plan om ’s nachts ergens te “overnachten”. De eerste 10 kilometer gaan nog door de stad en daar zijn zelfs hier en daar nog lantaarnpalen te vinden. Dan gaat de hel weer beginnen. De staat van de weg zal 60 kilometer de meeste Belgische kasseistroken doen verbleken. Half opzittend probeer ik de weg voor mij te “lezen” op gaten en ook het verkeer achter me in de gaten te houden. Ik heb na vertrek precies nog een half uur van daglicht kunnen genieten om daarna door het absolute zwart van de Oezbeekse nacht te worden opgeslokt.
Voor me was er al een Franse rijder in Bukhara aangekomen die ook met een ligfiets rijdt, Pascal zou naar eigen zeggen iets later dan mij weggaan als hij gegeten heeft en ik verwacht dat hij me in de loop van de nacht in zal gaan halen omdat ik nog ergens zal moeten gaan slapen al is het maar een paar uur. Later zal blijken dat Pascal op een kruising per ongeluk is omgedraaid en in het donker weer braaf zijn gps track heeft gevolgd tot hij bijna weer terug was in Bukhara. Netto meer dan 100 kilometer om gereden.
Door schade en schande wijs geworden heb ik zelf altijd gps tracks die zijn opgeknipt en lopen van checkpoint naar checkpoint, verder heb ik een data veld in mijn Garmin dat continue aangeeft hoeveel er nog over is van de “Distance to Destination”. Dit moet natuurlijk altijd minder worden tijdens het fietsen en nooit meer! Meestal krijg je het dan na een paar kilometer al in de gaten als het misloopt.
Rond een uur of 11 heb ik al een uur of 5 stapvoets tussen de gaten door gelaveerd en af en toe is de weg weer iets beter, het ergste zit erop. In absolute duisternis kan je hier nog intens genieten van een echte sterrenhemel en als er geen verkeer in de buurt is waan je jezelf alleen op de wereld Het op jezelf aangewezen te zijn is toch al de hoogste vorm van avontuur die er bestaat en een extra risicofactor is dit jaar de kou. Rond het vriespunt is het hier ’s nachts in de woestijn nabij Navoi. Gelukkig kon ik van Rafhat een paar handschoenen lenen en die doen nu goed dienst om de handen warm te houden, intussen heb ik alle kleding aangetrokken die ik bij me heb en rij met een regenjack en driekwart regenbroek, ik heb het precies warm genoeg.
Gek genoeg heb ik nog geen slaap. Aan de rechterkant van de weg zie ik een rij met vrachtwagens staan en zie ik op een gebouw net van de weg verlichte letters. Segurat is de naam de ik kan lezen, en het lijkt een soort restaurant te zijn. Ik loop met de fiets aan de hand over de voorplaats waar ongetwijfeld overdag de gasten buiten eten maar waar het nu te koud voor is. Net naast de hoofdingang zet ik mijn fiets neer. Ik blijf er niet te lang bij staan want dan moet je binnen 5 minuten tijd honderden vragen beantwoorden als ik ze al kan begrijpen. Meestal is het leuk maar nu is het koud en heb ik een razende honger.
Binnen zit het stampvol en in een hoek staat een oude buizenradio te schallen. Boven zijn kamers met tafels te vinden voor gezelschappen, het lijkt een groot oud huis te zijn. De trap is monumentaal maar oud en versleten zoals alles aan het huis. Ik ga weer naar beneden en aan een tafeltje bij de deur wenken een paar mannen naar me. De meeste vinden het prachtig om een toerist aan tafel te hebben. Het zijn vrachtwagenchauffeurs en ze zijn onderweg naar Bukhara. Als ik uitleg dat ik daar net met de fiets vandaan kom beginnen ze onbedaarlijk te lachen.
Er komt iemand langs om de bestelling op te nemen, de mannen kijken elkaar aan en er zegt er één iets wat lijkt op Sjhoink? Andere herhalen het. Ik vraag aan mijn buurman wat Sjhoink is en na wat handen en voetenwerk blijkt het kippensoep te zijn. Vooraf zetten ze alvast een paar traditionele Noun broden op tafel met een dip van zure yoghurt, knoflook en verse kruiden. De man tegenover mij is de enige niet moslim van het hele stel en besteld om de feestvreugde te verhogen een flesje wodka. Om zijn avond niet te bederven stem ik toe om er ééntje mee te drinken.
Het zijn niet de gebruikelijke lullig kleine “shot” glazen die mijn gastheer vol schenkt, het lijkt meer op kleine limonadeglazen. Ik knal de eerste enthousiast in één lange ademloze teug naar binnen…….. Twee seconden later staat mijn luchtpijp in brand en lijkt het even of die verduivelde Noord Koreanen in mijn maag een verboden kernproef hebben uitgevoerd!! Dan trekt langzaam een warme gloed door mijn lichaam. De kou verdwijnt uit mijn botten.
Vol bewondering kijken de anderen mij aan Deze toerist kan ook wodka drinken zie ik ze denken. Mijn gastheer heeft inmiddels mijn limonadeglas al weer tot de rand toe volgeschonken en tikt even later amicaal met zijn volle glas het mijne aan. En het ritueel herhaald zich. De sensatie is iets minder intens dan de eerste keer en ik weet dat ik hier niet straffeloos mee door kan gaan als ik vannacht nog verder wil fietsen.
Dan komt er na de soep nog een ronde Kebabs op tafel, Rundvlees Ram en Kip met een bakje Hw hete pepersaus. In de hoek loeit nog steeds de radio met populaire hits. Sommige van de mannen tappen met hun voeten het ritme tevreden mee. Dit nummer is in het Russisch, ik herken uit het refrein de woorden “Stewardess, Mini Rok (mini yubkada), Meiden (devushka), Kaviaar en Wodka Ruskaya” Ik zie aan de gezichten van de vrachtwagenchauffeurs dat het een pikant cabaretesk nummer is, sommige zingen zelfs mee. Eigenlijk heb ik geen idee waar het over gaat.
Onder tafel zet ik uit het zicht van de anderen op mijn telefoon de Shazam App aan en wacht tot de software de muziek “herkent” heeft. Achteloos vraag ik dan of dit niet Eyyub Yaqubov is met het nummer Kamonet (vliegtuig). Sprakeloos kijken ze me aan…… bij het refrein zing ik vervolgens feilloos mee met onder tafel de fonetische versie van de Russische song tekst op m’n smartphone. Eyyub Yaqubov is een populaire volkszanger uit Azerbaijan die tot in New York volle zalen trekt maar In Nederland net zo bekend is als Stef Meeder in Novosibirsk. Als het dementerende Hammond orgel een gierende solo trekt schenkt mijn gastheer nog een keer mijn limonade glas tot aan de rand vol. Als ik ook deze weer in één keer achterover sla krijg ik een brede grijns op mijn gezicht. Het leven is goed……
Dag 20682
Uren rij ik door het donker, er is ineens niets meer aan de hand met de weg, waarschijnlijk heeft wodka ook een helend effect op de Oezbeekse infrastructuur. Ik voel geen kou meer en vind na een poos rijden achter een paar betonblokken een mooie plek om even te kunnen slapen. Na-neuriënd met het refrein val ik met de melodie van Eyyub Yaqubov in slaap.
Als ik een half uur later wakker ben lig ik helemaal te bibberen van de kou, het is nu wel ijskoud zo rond het vriespunt volgens mijn kilometer teller en er begint een gemene wind op te steken. Ik weet dat ik van de weg moet zien te komen, het liefst ergens binnen waar het warm is. Op mijn Garmin zie ik dat het minder dan 20 kilometer is naar Chaqar de laatste checkpoint voor Samarkand. Als ik daar rond een uur of 3 ’s nachts aan kom zitten de hangsloten op de hekken en komt er niemand naar de poort, achter blaffen verwilderde honden. Ik moet door want het is te koud om hier een paar uur te wachten tot ze weer open gaan. Fietsen is de enige manier om warm te blijven...
Slaap dronken rij ik nu verder, de gaten in de weg zijn weer gewoon groot, de wodka is uitgewerkt. Bij een andere eettent langs de weg liggen dikke kleden dubbel gevouwen op de tafels op de gasten van morgen te wachten, naast de ingang ligt een man buiten te slapen. Ik maak hem niet wakker en zet stilletjes mijn fiets tegen het hek. Daarna doe ik een plastic tafellaken om mijn voeten en onderbenen en trek het dikke kleed over me heen, onder mijn hoofd het dubbele kussentje van mijn ligfiets. In mijn regenkleding en beschut tegen de wind slaap ik deze keer bijna 3 uur. Als ik wakker wordt is het nog net niet licht maar de horizon is een zeer diep donker blauw.
Langzaam komt de zon op en bij een half vervallen bushalte poets ik mijn tanden, klaar voor de nieuwe dag. Wind is aangezwollen tot orkaankracht en zweept de bomen heen en weer tot de kruinen bijna horizontaal staan. Tevens ontstaat er een kleine zandstorm die mijn neus, ogen en longen met een fijn zand begint te vullen. Ik begin er droog van te hoesten en mijn snelheid is soms maar 16 kilometer, ik stop vaak bij kleine winkeltjes om te drinken en beschutting te zoeken tegen de wind. Naar Samarkand was het vanaf Shakar maar een goede 100 kilometer dus ik heb tijd zat. Bijna murf geslagen door de wind kom ik om een uur of vier ’s middags bij de B&B Amir aan. Na wat gegeten te hebben ga ik gelijk naar bed en hoop dat de anderen pas veel later komen zodat ik ongestoord kan slapen.
Dag 20683
Ik slaap als een rots en ga na een heerlijke nachtrust om een uur of twee in de nacht weer weg. Ik trek mijn regenjasje aan over mijn andere kleren want het is weer koud. Langzaam rij ik weer in het donker richting Jizzax, het is iets meer dan honderd kilometer en ik kijk uit naar de heerlijke Samsas die ze er maken. Als ik er ongeveer vijf uur over zou doen kan ik vanaf half acht in de ochtend de resterende 200 kilometer over die heerlijke snelweg afmaken. Ik zou zelfs om een uur of 2 's middags alweer bij de Kafe Svetlana kunnen zijn voor een heerlijk bord vol Pelmeni, Svetlana heeft het me op de heenweg zelf beloofd. Dit gaat allemaal door me heen als ik buiten Samarkand na de grote politiepost de snelweg op draai. Het is een doordeweekse dag en er is weinig verkeer ik lig uren voor op de anderen en de kans dat ze me nog in kunnen gaan halen is verdraaid klein. Ik draai mijn eigen tempo en ik zie bekende plaatsen, na 4 keer begin je steeds meer punten te herkennen. Ik rij langs de plaats Yomboy en heb er al dik 40 kilometer opzitten.
In het donker kijk ik niet vaak hoe hard ik rij en kijk maar zelden op mijn Garmin als het niet nodig is, er is maar één weg en ik ken hem uit m'n hoofd. Mij kan dit jaar niets gebeuren ik heb dit jaar zoveel gereden mijn benen zijn ijzersterk en als het straks licht is kan ik de laatste uren vol gas gaan geven.
Dan lig ik ineens op de grond en schreeuw tegen mezelf "You got to be Focking joking" mijn eerste gedachte is dat ik misschien een diep gat of putdeksel over het hoofd gezien heb? Ineens hoor ik de onmiskenbaar zware motor van een ZiL-130 achter me, ik zie nog net het rechter voorwiel uit een diep betonnen afvoer kanaal komen, het wiel zit bijna vast, en achteruitrijdend geeft het schurende geluid van gietijzer op beton me kippenvel. Twee man staan even later beteuterd naast de truck te kijken, het begint te dagen, die gasten zijn van achteren vol op me ingereden.
Mijn fiets zal geen meter meer rijden, het achterwiel is bijna dubbel gevouwen. Ik ben ineens behoorlijk boos op die gasten van de vrachtwagen ze hebben me in een moment van onoplettendheid de Silk Route 1200 afgenomen. Ik geef ze in het Rotterdams een flinke uitbrander en gebaar dat ze de fiets of wat daar nog van over is achter in de bak moeten gooien. Ze nemen de bevelen zonder tegensputteren aan. Even later voel ik dat mijn hoofd vol bloed zit en de chauffeur wist zelf toen waarschijnlijk ook al dat hij fout was. Ik heb het koud en ga intussen achter het stuur zitten van de ZiL, het is mijn favorite vrachtwagen en omdat het fietsen nu is afgelopen kan ik alleen nog een andere droom proberen waar te maken door ook echt met de truck te rijden. Ik dubbel clutch een keer en wacht tot het toerental is gedaald in ram hem op de gok in zijn eerste versnelling. Geen flauw idee of deze Russische vrachtwagens ook een "normale" H bak hebben. Het monster schokt vooruit, de koppeling is behoorlijk direct, maar ik laat hem gelukkig niet afslaan. Rechts zit al iemand naast me en de chauffeur staat links naast me in de open deur. Met zachte hand duwt hij me opzij en neemt rijdende weg het stuur over. Misschien maar beter zo denk ik. De rechter arm van mijn regenjasje, of wat daar nog van over is zit inmiddels vol bloed....
Net als ik denk dat ze me naar Jizzax gaan brengen draaien we van de weg af, we gaan een kleine landweg op vol met gaten waar zelfs de stugge bladvering van de ZiL moeite mee heeft. Ik vraag waar we heen gaan, ze praten wel op me in maar ik begrijp er niets van het is Uzbek of Farci wat ze spreken. Even heb ik een visioen dat ze me met mijn fiets ergens in de woestijn gaan dumpen in een diep gat waar ik nooit meer gevonden ga worden. Net als ik een plan B probeer te bedenken rijden we een plaatsje binnen. We stoppen voor de poort van het lokale ziekenhuis. Met zijn twee verdiepingen moet het vroeger een belangrijk regio hospitaal geweest zijn. De arts van de eerste hulp word gewekt en ze duwen me naar een behandelkamer.
Ik word op een laag bankje gezet en krijg een eerste shot, waarschijnlijk morfine, net als bij de wodka trekt na een paar seconden een warmte door me heen. Intussen hebben een stuk of 4 Uzbeekse "zusters" mij op het bankje ingesloten en zijn bezig het vuil uit de wonden te wassen. Ik krijg nog een injectie en voel me nog rustiger worden. De pijn in mijn arm en hoofd trekken verder weg. Ik kijk vanuit mijn lage positie op het bankje de kring rond en zie dat een van de dames Mickey Mouse slippers aan heeft en dat geen twee uniformen dezelfde kleur hebben. Een van de zusters heeft een mooie lach met bijna alleen maar gouden tanden in haar boven gebit. Langzaam als een half bewusteloze drenkeling steek ik mijn hand omhoog en hou stevig haar gladde noot bruine arm vast. In mijn morfine roes hoor ik de tekst van Doe Maar : "Nachtzuster, Ik brand van binnen - Nachtzuster, Doe iets aan de pijn".
Als de wonden zijn dichtgenaaid en alles met liters peroxide en alcohol is ontsmet moet ik ter observatie in een kamer gaan liggen. Vervolgens komt er iemand met een scanapparaat langs en even later gaan we naar een X-Ray ruimte waar ik waarschijnlijk meer straling krijg dan dat ik twee weken in Tsjernobyl was gaan kamperen. Alles lijkt in orde, niets gebroken en rond een uur of 10 zijn ook mijn vrienden gearriveerd om me te komen halen. Rafhat, Rustam en Victor. Ook is er politie bijgekomen en een mevrouw die engelse les geeft en voor de vertaling moet zorgen. Op een gegeven moment staat er een oudere man met een blauw grijs camouflage pak in de kamer hij zegt niets maar Rafhat verteld me later dat het een zeer hoge politiefunctionaris is. Waarschijnlijk voor de onafhankelijkheid nog opgeleid door de KGB, een van die mannen die met een oud verlengsnoer en een Lada accu wonderen kunnen verrichten op een verdachte.
De vrachtwagen chauffeur staat al die tijd ook in de kamer tussen twee agenten in en staat af en toe wat te snotteren, ik laat desgevraagd de claim op compensatie van hem voorbij gaan, ik ben al lang blij dat ik nog leef en heb het idee dat hij het niet zo breed heeft. Na wat gesteggel van Rafhat, Rustam en Viktor met de politie en de arts mag ik met ze mee terug naar Samarkand. Viktor is hoofd van de medische staf in een groot ziekenhuis in Jekaterinenburg en ik geloof dat hij bij de beslissing zijn gewicht in de schaal gegooid heeft en de plattelandsdokter me heeft laten gaan.
De chauffeur van de vrachtwagen heeft toegegeven dat hij in slaap gevallen was, buiten geef ik hem een hand en omhels hem kort. Hij bibbert helemaal. Volgens Rafhat is hij zeker voor 3 jaar zijn rijbewijs kwijt en moet hij een flinke boete betalen. Opmerkelijk was dat in het politie rapport stond dat de vrachtwagen met chassisnummer 001803 voor het eerst op de weg geregistreerd was in de regio Moskou op 19 februari 1960.
:: ---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- ::
Rijden in de Silk Route 1200, Start op 1 oktober 2013.
Opgegroeid tijdens het hoogte punt van de koude oorlog denk ik altijd aan dit nummer van Sting als ik aan Rusland denk: "If the Russians love ther children too"
Links in de berm van de stoffige weg loopt een man die een stuk of zes koeien voor zich uit drijft, het is een uur of tien en al dik boven de 40 graden de zon brand genadeloos heet aan een wolkeloze hemel. Een minuut later loopt er een groep vrouwen in bonte gewaden achter een ezel kar, ze zijn op weg naar het volgende katoen veld wat geplukt moet worden. Al uren lang rij ik door het het oude testament een tableau van meer dan 3000 jaar oud. Het tijdmachine gevoel blijft tot ik een meloenen verkoper met een een mobieltjeaan zijn oor zie.
In een straf tempo doortrappend en ondertussen bedacht op grote gaten en scheuren in de weg probeer ik mijzelf te herinneren hoe ik hier in godsnaam in Oegsbekistan terecht gekomen ben. Ik fiets met nog 7 anderen over het traject van de oeroude zijde route. Een handels route van meer dan 5000 jaar oud en de eerste verbindings route van Oost naar west. Handelswaren werden er eeuwen lang met kamelen vervoerd en langs de route ontstonden pleisterplaatsen die uitgroeide tot machtige steden. We fietsen de eerste dag vanaf de start in Tasjkent naar Samarkand het zal een rit worden van bijna 330 kilometer, nog maar een kleine deuk in het totaal van de 1200 die moeten worden afgelegd. Nog nooit was ik in de Russische Federatie geweest of een van de voormalige staten daarvan.
Mijn leven lang heb ik al aardig wat afgereisd en veel gezien, maar dat waren allemaal landen in de zo genaamde vrije wereld en behalve bij het reizen naar de Verenigde Staten vanuit Sint Maarten heb ik in Miami een keer een ochtend vastgezeten omdat mijn visum slechts een "one entry" was. Wat zou er hier gebeuren als je papieren niet in orde zijn? Met behulp van de organisatie van deze marathon fiets rally die in de wereld van het lange afstands fietsen ook wel brevet wordt genoemd, was het verkrijgen van een visum relatief gemakkelijk. En mijn internet vriend Rafhat heeft het snel voor elkaar zodat ik ruim voor de start in Brussel mijn visum in het paspoort kan gaan laten plakken.
Mijn tweede 1200 brevet zal het gaan worden dit jaar, en de laatste was het Super Brevet Scandinavia begin augustus, die ik verknalde door weer te snel van start te gaan en daarmee mijn knie aan gort te draaien. Ik ben niet zo fanatiek als anderen die soms wel 5 of meer van deze monster tochten per jaar rijden. Ook ben ik niet iemand van kou en regen en een nog grotere hekel heb ik aan het domweg steile hellingen naar boven beulen. De vooruitzichten voor Oegsbekistan zijn goed, oktober is de
oogstmaand en prima nazomer weer, daarna gaat het nog wat koeler worden in dit steppe en woestijn land. De hoogste berg sectie in het traject is maar iets van 900 meter op weg naar Samarkand. Een ander voordeel van rijden in warme landen is dat je In warme lucht ook veel sneller kan rijden dan in koude. Je gebruikt minder calorieën om aan een maximale kruissnelheid te komen. Die van mij ligt als ik geen pijntjes of blessures heb tussen de 28 en 35 afhankelijk van wind en de staat van de weg.
Lange afstandsfietsen dus.... Do not try this at home!!! het is verslavender dan Crack Cocaïne. Als de omstandig heden goed zijn kom je in een waanzinnig ritme en in je eigen cocon waarin tijd en afstand geen enkele rol meer lijken te spelen. Een erg individuele sport met een vleugje avontuur, want je wordt geacht om onderweg voor jezelf te zorgen, je eigen fiets te kunnen maken en wat te eten bij elkaar te kunnen scharrelen en langs de kant van de weg te slapen als dat nodig is. Het schema is zodanig dat er altijd wel een moment komt om lang door te rijden om een stempel post te kunnen halen. Je hebt nu al een mix van avontuur, fysieke conditie en slaapgebrek, een dodelijke combinatie en dan heb ik het nog niet eens over materiaal pech een valpartij, aanrijding of ziekte Er is geen bezem wagen zoals in de Tour de France. Als je gedwongen bent te stoppen moet je zelf zien hoe je thuis komt.
Deze tocht heeft als voordeel dat er op vaste stempel of controle punten ook gelijk gegeten en op de laatste van de dag geslapen kan worden. Dit hoeft niet altijd zo te zijn. Zelf ben ik meer van het type no support maar dit wordt me door de organisatie afgeraden omdat het niet verstandig is om op het platteland te kamperen. De overheid drijft nog op oude communistische gebruiken en overal zijn politie posten die de hoofdwegen controleren en is het noodzakelijk om aan te kunnen tonen d.m.v. door officiële instanties afgegeven documenten die in het paspoort worden geplakt, waar je verbleven hebt. Tijden deze tocht zullen deze briefjes door de organisatie worden verzorgd, en enkele anderen kan je in de meeste hotels laten registreren.
De eerste dag maak ik met een van de lokale deelnemers kennis, het is Max en hij is me van het vliegveld op komen halen. De bedoeling is dat ik in zijn appartement blijf slapen. Zelf gaat hij naar zijn ouders. In de middag gaan we met de fietsen op pad naar het Charvak Reservoir aan de grens met Kirgizië. Nadat we de stad Tasjkent uit zijn komen we langzaam op het platte land en volgen we de rivier de Chirciq. Een paar keer maak ik dan al kennis met enkele bijzonder slechte stukken weg waar het raadzaam is niet sneller dan stapvoets te rijden. De natuur is prachtig en de atmosfeer duidelijk oosters.
We zijn pas om een uur of 4 's middags weggegaan en een ritje reservoir en terug is dik 200 km. Ik vraag mijn gastheer of het niet verstandig is om terug te gaan, maar de communicatie is gebrekkig. Onder het fietsen is dit geen probleem, en hoewel ik graag praat kan ik me ook zonder dialoog prima vermaken. Ik kom maar niet te weten wat het plan is. Later na een geweldige Maaltijd van kebabs salades, brood en veel groene thee komen we na enig bellen door mijn gastheer na veel zoeken en zwaar klimmen over een slechte weg in een oud Sovjet vakantie kamp terecht hoog boven het rivier dal. Ik begrijp dat het een soort van club is voor allerhanden buiten activiteiten. Er is die avond in een amfitheater een muziek avond aan de gang. Honderden mensen schud ik de hand en uiteindelijk komen we in een van de huisjes terecht op twee keiharde bedjes. Er is één stopcontact en twee kale peertjes in de twee kamers die eruit zien of er al 70 jaar niets in is veranderd. Na bijna 36 uur niet geslapen te hebben val ik ondanks de Spartaanse voorzieningen als een blok in slaap.
De volgende ochtend ga ik op zoek naar het toilet gebouw wat er ongetwijfeld moet zijn. Als ik het gevonden heb blijkt het te bestaan uit een betonnen plaat met een rechthoekig gat van ongeveer 15 bij 40 cm met aan weerskanten een baksteen om je schoenen uit de stront te houden. Diverse kleuren bruin en rood sieren de rest van de bodem rondom het donkere onheilspellende gat wat onmetelijk diep lijkt. Je zou er je paspoort in laten vallen, dan heb je pas echt een probleem, een late vodka drinker heeft er als toegift in de kleine uurtjes van de ochtend nog een volledige kebab maaltijd uitgegooid. De zure lucht is genoeg om mij verder terug te doen deinzen. Ik besluit om het nog "even" op te houden.
Op de terugweg gaat het licht naar beneden richting Tasjkent de wind in de rug en we hebben onderweg een ontbijt van blinis met een zurige roomvulling. Ik ben nu goed uitgeslapen en geniet van de omgeving. Een ligfiets hebben ze hier nog nooit gezien en heb belangstelling zat. Toeterend hangen de locals uit het raampje van hun vaak meer dan 50 jaar oude Lada of Volga. Deze auto’s zouden in Nederland in het Oldtimer segment horen en geen wegenbelasting hoeven te betalen. De zelfde regeling zal hier niet van toepassing zijn want dan blijven er nog maar weinig auto’s over die belasting plichtig zouden zijn.
Als we terug zijn in Tasjkent worden we ‘s middags uitgenodigd om met Nikolay Cherney een fietstocht door de stad te maken. In tussen is de Deense rijder Jan Erik Jensen aangekomen en we ontmoeten elkaar in het appartement van mijn gastheer Max. De Duitse fietser Gerhard Wolf is er nog niet klaar voor en blijft al voor de derde dag zijn spullen klaar maken in het hotel. Samen met Jan Erik en Nikolay maken we een ronde langs de hoogte punten van Tasjkent. Het verkeer is te doen en de meeste rijders toeteren veel maar rijden niet agressief en geven fietsers de ruimte. Misschien heeft dit iets te maken met de vele politie patrouilles. Later hoor ik dat 12% van de bevolking bij de politie zit. Naar mijn idee net iets te veel blauw op staat. We hebben een geweldige lunch in een soort van food court waar je bij diverse uitbaters hun specialiteiten kunt bestellen. Paar koude bieren er bij en het leven lijkt niet beter te kunnen worden in de warme zomerse stad.
Als de meloenen verkoper zijn mobieltje neerlegt zitten we al 50 kilometer in de rit. Net heb ik nog bij een hydro-elektrische dam een paar wachters gefotografeerd en het bord verboden te fotograferen volledig genegeerd. De wachters staan bij het huisje aan het begin van de minimaal 60 jaar oude dam wild te gebaren dat ik geen foto’s mag maken. Mezelf afvragend welke geheimen deze oude troep nog zou kunnen verbergen hou mijn compacte camera dicht tegen me aan en druk nog een paar keer af terwijl ik vriendelijk terug zwaai. Snel ga ik verder want je weet het maar nooit, ik wil niet de ster worden van de volgende aflevering van de Discovery channel serie “Locked up abroad”. Na de foto serie haal ik de anderen al snel weer in. De wegen blijken toch een stuk minder slecht te zijn dan door anderen beloofd. Het parcours loopt alweer licht naar beneden en pas laat in de middag zal er moeten worden geklomen naar 900 meter om in de stad Samarkant te komen. De anderen rijden ongeveer 28 a 30 en ik probeer voorop rijdend het tempo wat aan te zuigen, maar krijg van de Deense rijder te horen dat het geen wedstrijd is. Jammer dan ga ik toch alleen vooruit.
De Deen Jan Erik is een ervaren rijder en heeft voor deze rit gekozen voor een mountain bike met heel dikke banden en wil zijn krachten verdelen. De enige andere die dit soort materiaal gebruikt is Yuriy uit Archangelsk. Verder zijn het allemaal sportfietsen. Mijn banden zijn deze keer 25 mm breed, hoewel ik liever de 23 mm variant gekocht had bleken deze lokaal zo vlak voor vertrek niet meer te verkrijgen te zijn. Met de 23 mm Swalbe Durano Plus heb ik goede ervaring. Je kan ze oppompen tot 10.5 bar waarbij het net karrewielen worden, voor een traditionele race fiets is dit dodelijk voor het het achterwerk op de beloofde slechte wegen, maar op het brede stoeltje van de ligfiets heb je daar totaal geen last van. De hoge luchtdruk sluit het ontstaan van een stoot lek bijna uit en de kogelharde bandjes dansen over het wegdek.
Als ik mijn eigen snelheid ga rijden op het nu nog spiegelgladde asfalt verdwijnen de anderen al snel uit beeld en zoef ik op de eerste controle post af. Voor ik aankom in Ok-oltin krijg ik mijn eerste lekke band. Ik vervloek weer in stilte alle medewerkers van Swalbe en vervang een binnenband. Het lek is maar klein en het zal wel een stukje scherp zijn. Nadeel van de 25 mm variant is dat er maar 8.5 bar in mag en dus makkelijker rotzooi absorberen en vervormen onder het rijden en daardoor meer aan slijtage onderhevig zijn. Nog geen half uur later weer de voorband lek. Na de buitenband het velglint en de velg bekeken te hebben weer een nieuwe binnenband erin. Dit gaat snel met de banden.
Mijn voorsprong is snel verdampt en ik kom maar een minuut of 5 voor de anderen bij Ok-oltin aan. Uit de achterkant van het busje krijg ik lekker wat zoetigheden en een paar reusachtige bekers Cola. Als de anderen pap gaan eten ga ik er alweer vandoor. Pap eten doen we vanavond wel. Met geluk kan je de 300 km in daglicht rijden maar dan moet je niet te lang blijven zitten onderweg. Na de controle post ga ik de afslag voorbij en neem de veel langere en steilere weg richting Samarkant. Alweer een domme fout mede omdat de weg over een dikke 25 kilometer in onderhoud is en meer op het Euro Circuit van Valkenswaard lijkt dan op een snelweg. Het landschap veranderd langzaam in een gortdroog heuvelgebied. Nadat ik de hoogste top heb overwonnen bij een temperatuur van minimaal 40 graden kom ik op een veel betere weg aan, en vlak voor de politie controle post rij ik alweer in het donker. Om 6 uur schemer in Uzbekistan en een kwartier later is het dan echt donker. De sterrenhemel is niet zoals bij ons bijna onzichtbaar door strooilicht van steden en lantaarnpalen. Een adembenemend gezicht, met gemak pik ik de belangrijkste constellaties eruit. Ik ken de staat van het wegdek niet en rij langzamer in het donker de ervaring leert me na zelfs zo'n korte tijd dat er atlijd wel ergens een gat of scheur kan zitten in de weg, zelfs de hele goede hebben schoonheidsfoutjes. Als ik mijn veiligheids jack aantrek zitten de anderen weer achter me. De weg naar Samarkant loopt inmiddels alweer naar beneden en er begint een harde wind op te steken. Weer in de rug gelukkig. Het asfalt lijkt goed en ik geef vol gas om als eerste in Samarkant aan te komen. Ook hier enig zoeken naar de controle plaats, en een paar keer verdwaal ik bijna in een stelsel van heel slechte wegen en stegen. Als ik voor een poort langs rij hoor ik mijn naam en ben blij dat ik ben aangekomen.
Het eten en slapen is prima geregeld en ik begin te wennen aan de basis voorzieningen die voor deze tocht gelden, verwacht geen luxe, maar alles is schoon en het eten werkelijk geweldig, alle groente en fruit komt vanuit de ommuurde tuin waar we naast eten aan een lange tafel. De bedden zijn voorzien van spiralen die waarschijnlijk in 1954 in Kiev zijn gemaakt en na die tijd door oneindig veel vakantie gangers zijn afgeragd. Als ik erop ga zitten schiet mijn achterwerk in één keer door naar de grond. Tot op de draad toe versleten maar geen geld voor vervanging. Ook dit is weer een club gebouw van een wandel en klim vereniging, als ik het goed begrepen heb. Ik gooi al snel mijn matrasje van het bed en slaap op de grond verder. Om 3 uur ben ik klaar wakker. Er liggen dan een stuk of 3 man keihard om mij heen te snurken. Ik ga nog liever vroeg op pad dan te blijven woelen tussen de apneu patiënten. Als ik bij de poort kom vraag ik of de beheerder van het complex de poort van het slot wil halen. Zelf slaapt hij op een matrasje in de keuken. Na een paar stuks fruit die nog op tafel staan en wat brood ga ik op pad. Mijn flessen vul ik met het bronwater wat in de tuin uit een tuinslang komt.
De weg is slechter geworden en ik moet langzaam rijden. Dan als het te gek lijkt te worden doe ik nog even in echte randoneurs stijl een uurtje mijn ogen dicht in de berm. Bij het eerste ochtendgloren ben ik zo fris als een hoentje weer onderweg. Op naar de controle post Chakar. Omdat ik zo ver voor lig op de anderen kan ik deze nooit vinden, op de plek waar het zou kunnen zijn is nog niemand van de organisatie te vinden dus bel ik met Svetlaana die vanuit de auto de tocht volgt en onderweg voor het eten zorgt. Ik kan met een beetje engels en frans wat ze nog beter blijkt te speken duidelijk maken dat ik de plek niet kan vinden en mag doorrijden. Vals spelen kan bij dit brevet bijna niet. Snij een stuk af en je komt op karresporen terecht waar je helemaal niet meer op vooruit komt.
Ruim voor het donker kom ik in Bukhara aan, ik knip nog even wat foto’s af van de vele moskeeën en fortificaties, de juiste achtergrond informatie zoek ik thuis wel op, ik ben hier niet als toerist naar toe gekomen. Heb je één zo’n betegelde moskee gezien dan ken je ze allemaal, geef mij maar molens en klompen. Als ik de track naar het eindpunt volg rijdt er ineens een jongen met een racefiets naast me. Hij is van de school in Bukhara vermoed ik en zeg een paar keer Control tegen hem. Dit lijkt een Russisch woord te zijn want hij knikt. Ook zonder kennis van het Russisch kom je hier een heel eind en is tot nu toe geen belemmering geweest. Leer vooraf wat namen van populaire gerechten en ga niet om een menu kaart vragen goede kans dat die er niet eens is. Iedere verkoper langs de kant van de weg heeft een rekenmachine dus hij of zij kan je altijd de prijs van een fles koud water en Cola laten zien.
In Bukhara zijn de voorzieningen weer bijzonder basic maar de ontvangst van de jongeren en hun leiding is bijzonder hartelijk en speciaal is voor ons de slaap ruimte opnieuw in de witkalk gezet. In de werkplaaats hangen tientallen 20 jaar oude racefietsen aan de muur. De studenten zijn er niet zo verwend met goede spullen als bij ons. Toch kan je hier studeren en een opleiding tot profrijder volgen. Svetlaana is alweer druk aan het koken en ik ga alvast even douchen wat verderop de gangen door van de school. Aan de muur hangen nog posters in Sovjet stijl de verbleekte foto’s doen denken aan betere dagen. Als ik helemaal opgefrist weer buiten kom laat ik de langste jongen die buiten zit kennis maken met de ligfiets, de anderen mogen van mij ook maar ze kunnen niet met hun benen bij de trappers. Na een korte instructie rijd hij zijn eerste wankele meters op de exotische carbon machine. Ze vinden het allemaal prachtig. Alles is nieuw zelfs de metalen spd plaatjes onder mijn schoenen vinden ze geweldig. Zelf rijden ze allemaal met gymschoenen en een enkeling heeft beugels met riempjes op de trappers van zijn fiets.
De anderen komen pas 2 uur later als het al donker is. Buiten de poort van de school is onder een boom een verhoogd plateau waar je normaal overdag lekker op kan liggen in de schaduw. Anderen slapen binnen in het zaaltje op matten uit de gymzaal. Maar ik slaap buiten. Rafhat lijkt het ook een goed idee en gooit zijn matje op het plateau. Ik heb in mijn drop bag mijn dunne zomer slaapzak en maak van de drop bag met kleren een heerlijk groot zacht kussen. Geen gesnurk of geruft om mij heen vannacht. de volgende dag om 4 uur staan de meeste op. de control in Chakar moet om 13:48 uur gehaald worden. Vanuit Bukhara een 185 kilometer. Reken op een 8 uur reistijd.
Als de anderen weer aan de pap zitten rij ik alweer door de koele nacht. Nog geen anderhalve kilometer buiten de poort van de school knalt mijn achterband. Hardgrondig vervloek ik weer de Duitse prutsers van Swalbe. Deze 25 milimeter bandjes zijn gemaakt in Maleisie een land wat ook al bekend staat om zijn slechte reputatie t.a.v. kinderarbeid. Zou dit mijn straf zijn voor het bezoeken van dit soort landen? Als ik onder het weinige licht van een spaarzame lantaarnpaal mijn laatste twee binnenbandjes heb verkloot besluit ik terug te lopen naar de school om daar in de werkplaats te kijken wat het probleem is. Bij de tweede binnenband heb ik ook al het velglint vervangen omdat ik een uitstekende spaak vermoede. Na enig onderzoek blijkt er gewoon een gat te zitten in de zijwand van deze Duitse parade paardjes. Ja Swalbe lees dit goed!!! nog geen 800 km houden jullie “onplatbare” banden het vol op de wegen van Oegsbekistan voor bijna 40 euro aanschafkosten kunnen we hier met recht over een wanprestatie spreken, of was dit weer het zoveelste productie foutje? In de school zijn verder geen reserve binnenbanden, dus ik kan er ook niet even een stuk of 5 kopen. Plakken dan maar. Omdat ze allemaal echt geknald zijn is het lastig repareren omdat de gaten groot zijn. Mijn vriend van de school heeft er twee voor mij gemaakt met een soort van vulkaniseer machine van 80 jaar oud. Plakkers hebben ze niet maar het blijft voorlopig zitten. Als ik weg rij is het bijna licht, het zal nog flink doortrappen worden om de control te halen.
Op de open weg buiten de stad schreeuw ik nog een paar keer het zeer ernstige Duitse woord “Arschlöcher” de lege vlakte in. Anderhalf uur later nemen de Duitsers wraak door de achterband weer met een luide sis in een paar seconden helemaal af te laten lopen. Ik sloop alles er weer onder vandaan. en plak zo goed en zo kwaad als het gaat de band met wel een echte plakker die ik genoeg in mijn reparatie set heb. Toch te haastig want nog geen half uur later weer het zelfde euvel. Deze keer ga ik zorgvuldiger te werk en schuur ik het gat goed op en laat de solutie goed drogen. Met een plakker die precies de goede maat is gaat na even drogen de band er weer in. Intussen zijn er alweer wat belangstellende inboorlingen om mij heen neergestreken en ik ben blij als ik weer verder kan. Gelukkig zal dit de laatste lekke band zijn van de hele tocht, ik ben nu dik achter op het schema en moet nu vol gas gaan geven om de controle in Chakar te kunnen halen binnen de tijd. met nog geen 2 minuten speling en zeiknat van het zweet laat ik me in Chakar bijna van de Carbon High Racer afrollen. De anderen zijn er nog niet lang en hebben al wat te eten besteld. Een paar koppen thee en Cola later begin ik weer wat op te knappen. Gruwelijk heet is het weer vandaag. In Oegsbekistan worden een paar honderd kilometer richting Nuksus regelmatig tempereaturen van boven de 60 graden gemeten in de woestijn, het is daarom ook een van de tien heetste plaatsen op aarde. Heel veel gegeten van een rijst gerecht wat ze plov noemen. Ook zat er weer Lachman bij, een noodle soep, gevolgd door een grote schaal schapen vlees wat zo gaar is dat het gewoon van het bot valt. Erg vet is het, maar de smaak is bijzonder delicaat en kruidig, het komt uit een steenoven. Het vet sop ik net als de anderen weg met een halfje lokaal brood. Alleen het oud Russische gebruik van het eten van rauwe knoflook na de maaltijd sla ik over.
De middag rit over de slechte weg door de kleine dorpjes is net als op de heenweg een echte "bone shaker”. Zelden heb ik zo lang op zo’n slechte weg gereden overal huisjes langs de weg met tuinen vol groenten en fruit. Ook is dit nog steeds de regio van de katoen teelt en iedereen is druk bezig. Op de heenweg heb ik ze al een paar keer af moeten weren, de loslopende honden die je achterna rennen. Voor de zekerheid heb ik het flesje pepperspray van mijn tassen naar mijn borstzakje verplaatst en voor het eerst van mijn leven heb ik het echt moeten gebruiken als er twee grote honden vanuit een erf achter mij aan sprinten. De voorste heeft dat typische opgetrokken lipje en de achterover gevouwen oren met hondsdolle blik. Op een racefiets kan je eerst nog een trap uitdelen als het spannend gaat worden, maar met de ligfiets zit je op bek hoogte en kan je alleen je arm uitsteken, een gemakkelijke prooi dus. Op 5 meter geef ik de voorste een kennismakings shot met de spray, het is een lange dunne straal en het beest staat gelijk stil. De andere heeft schijnbaar ook een vleugje mee gekregen en ze druipen af. Je weet nooit zeker of ze gebeten zouden hebben maar beter geen risico nemen hier op het platte land, borden voor een ziekenhuis of eerste hulp post heb ik de hele reis nog niet gezien.
Weer als eerste in Samarkant net na de duisternis en toch weer bijna een uur voor Vadim, de sterke rijder uit Archangelsk. Buitenslapen kan niet hier en ik zal mijn bedje net als op de heenweg weer op de grond moeten maken. De anderen staan de volgende ochtend weer vroeg op, maar ik ben nog eerder weg. Van 3 uur tot het eerste ochtend licht ben ik de pas overgegaan om rond 7 uur bij de control van Jizzakh te komen. Ik kan me de plek niet meer herinneren, er is nog niemand van de organisatie en ik bel alweer met Svetlaana. Na bijna een uur van zoeken vragen en heen en weer rijden kan ik eindelijk het tentje vinden. Ook Vadim komt aangereden. Samen zoeken we een plekje als Nykolai en Svetlaana met de auto aankomen. Ondanks het vroege uur beginnen we weer aan een Oegsbeekse rijstaffel zoals ik het intussen ben gaan noemen. Als ik vol zit pedel ik rustig weg. Ik wil onder geen beding nog een keer in het donker rijden. De laatste 180 kilometer gaan uitsluitend over de vluchtstrook van het spiegelgladde asfalt van de snelweg richting Tasjkent. Als na een paar uur rijden even in de schaduw van de berm een dutje probeer te doen zie ik in de verte het spierwitte shirt van Vadim aankomen.
Ik doe net of ik slaap en hoor zijn ketting achter me over de derailleur wieltjes reutelen. Hij zegt of roept niets..... snel neem ik nog een paar slokken water en ga hem achterna. Hoewel brevetten geen wedstrijden zijn volgens de regelementen is mijn ervaring dat als je twee mannen op een fiets zet dat je dan automatisch een wedstrijd hebt. Zo zijn mannen nu eenmaal, kinderachtig.... Na een minuut of 10 zit ik er weer achter. Dit stuk rijden we met een behoorlijke tegenwind en Vadim kruist op ongeveer zesentwintig kilometer. Ik schakel terug en bel een keer, als hij over zijn linker schouder kijkt geef ik vol gas en ga er over de brede vluchtstrook rechts voorbij. Hij doet nog een poging om naar me toe te sprinten en mijn wiel te pakken maar ik heb het tellertje bijna op 50 kilometer staan en dit is zelfs voor de meest sterke rijders tegen wind niet haalbaar. Powerplay zullen we maar zeggen. De laatste 120 kilometer zal ik zo weinig mogelijk stoppen. Alleen nog een keer om in de berm van een nog grotere badkamer gebruik te moeten maken dan in Scandinavië. Na de tweede dag het sanitair in het Russische vakantie oord bekeken te hebben ben ik alleen nog maar in de vrije natuur geweest, en heb weinig vertrouwen in dat het op andere plekken beter zou zijn.
Nog een tweetal stops voor water en Cola. Dan zit Vadim in eens weer achter me, waar komt hij vandaan? Deze afgetrainde hulk uit Archangelsk kan echt rijden! We beklimmen na een afslag een viaduct over een groot rangeerterrein en moeiteloos komt hij me voorbij. Hij kijk niet naar me en zegt niks. De koude oorlog is weer begonnen hier in het achterland van de eens zo machtige Russische Federatie. Na het viaduct komt er een lange afdaling en ga ik hem weer voorbij met bijna 60 op de teller deze keer. Ik gebruik de snelheid om ook de volgende heuvel te nemen en ook deze aan de andere kant op volle snelheid af te roetsen. Hoewel ik oud ben en niet zo fit en krachtig als mijn mederijder zal ik mezelf indien nodig tot aan het naadje verrot rijden om hem voor te blijven, ook heb ik het voordeel van de ligfiets. Het blijft een poosje rustig achter me en ik hou een hoog tempo. Jammer alleen dat ik moet stoppen om te drinken. Lang hou ik het vol maar in het heetst van de dag gaan mijn voeten branden van het hoge tempo en het aanzetten, mijn mond is net schuurpapier. 15 kilometer voor Tasjkent en de finish zet ik mijn fiets snel neer in de schaduw van een viaduct en trap zittend op de vangrail even mijn schoenen uit. Dan zie ik het meest onwaarschijnlijke, daar is hij weer. Deze keer heeft hij een brede grijns op zijn gezicht en roept met een zwaar accent ghelloo. Ik kan alleen maar lachen naar hem en steek mijn duim op. Ik ga er niet achteraan want dan zou ik mezelf waarschijnlijk te pletter rijden in het drukke verkeer.
Ik doe het verder rustig aan en neem geen risico bij de stoplichten en in het drukke stadsverkeer. Maar een minuut of 10 na Vadim kom ik over de streep. Ik schud Vadim de hand, wat een spannende afsluiting van de tocht met onze mini race. De Start en finish zijn in een gebouw waar op de 6e verdieping alleen naaiateliers zijn gevestigd. En als Nellie de vrouw van Rafhat ons een dekentje geeft laten we ons tussen de naaimachines even een uurtje of twee wegzakken tot de anderen er zijn. Alleen Gerhard zal hoewel als een van de eerste vertrokken als allerlaatste vlak voor sluitingstijd pas aan komen. Hij heeft van een mannetje langs de kant van de weg een paar glaasjes koffie achtige spul gedronken. Toen de man zijn glas met een heel vies doekje afwreef om het weer op te bergen, wist hij eigenlijk al dat hij een fout gemaakt had. De laatste acht uur heeft hij meer met de fietsbroek rond de enkels in de berm gezeten dan op de fiets. Een wijze raad voor mensen die dit ook eens willen ondergaan, neem alleen water uit flessen en eet alleen dingen die snot gaar en gloeiend heet worden opgediend. Koop ook geen ongewassen fruit langs de kant van de weg of je moet het kunnen schillen of open snijden. De watermeloenen zijn werkelijk geweldig en veilig om te eten.
Jan Erik en ik gaan om een uur of 8 naar hotel Malika, ik heb al gedoucht en wat kleren uit de drop bag aan. Als Jan Erik boven aan het douchen is ga ik honderd meter verder bij meneer Abramovitz een paar biertjes halen en wat zakjes chips. We zijn eigenlijk nog fris en gaan na het bier wat kebabs met salade en brood eten. We delen een kamer de laatste twee nachten en vallen alletwee als een blok in slaap. De volgende dag lummelen we wat rond en hebben nog een plov voor lunch met verrassend genoeg alweer een paar ijskoude pilzen erbij, ‘s middags slapen we wat. De laatste avond is er een afscheidsfeestje bij Rafhat thuis, zijn vrouw en Svetlaana hebben weer heerlijk gekookt voor alle deelnemers en aanhang. Na een onvergetelijke tocht en veel nieuwe ervaringen rijker keren Jan Erik en ik terug naar het hotel om nog een paar uurtjes te gaan slapen voor het vliegtuig vertrekt. Oegsbekistan is geen eng moslim of Sovjet land en er wonen bijzonder gastvrije en hartelijke mensen, ik zou er zo weer naartoe gaan en ieder van harte willen aanraden om volgend jaar ook de Silk Route 1200 te gaan rijden. De Silk Route is een relatief makkelijk brevet zonder hoogte meters, en uitermate geschikt om met een ligfiets te rijden. Enkele tientalen kilometers weg zijn bijzonder slecht. Andere stukken zijn gewoon slecht, maar het overgrote deel is prima te doen op zeer snelle bandjes en met het super stijve onbreekbare frame van de M5 Carbon High Racer is het zelfs een super relaxte tourtocht geworden. Zelf ga ik het vast nog een keer doen.....
Wie gaat er mee?.
.
| ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- |
Een verslag van de eerste 1428 Kilometer lange "First Dutch Capitals Tour".
De start was 10:00 uur op 15 augustus 2012.
She lives on Love Street,
De aanloop van mijn eerste Dutch Capitals tour is het ophalen van een Duitse gast, iemand die ik via het internet heb leren kennen. Maandag middag ga ik hem van het station halen in Rotterdam. Daarna volgt een uitgebreide rondleiding door de Rotterdamse binnenstad. Uitvoerig maak ik nogmaals de complimenten naar de groot stedelijke planologen uit Berlijn die in samenwerking met de Luftwaffe in mei '40 in een keer Rotterdam van alle oude troep hebben verlost. Vervolgens is het tijd voor het diner met bier in de Balletent. Voorheen was dit een houten douane kantoor, nu kan je er al 70 jaar voor een schappelijke prijs op een mooie lokatie met heel bijzondere en typische Rotterdamse ambiance nog eens iemand mee uit eten nemen zonder een tweede hypotheek te hoeven aanvragen.
Het blijkt een goede keuze, want de Duitser zal tijdens zijn verblijf geen enkele keer de portemonaie trekken. Als we de volgende dag na het uitgebreid 3 gangen ontbijt een "proefrit" gaan maken met volle bepakking blijkt hij bij de lunch zelfs zijn portemonaie helemaal vergeten te zijn. Dit patroon blijft zich tot de laatste dag herhalen, zelfs na de finish kan hij het mentaal niet voor elkaar krijgen om nog wat te drinken voor ons te bestellen op de goede afloop.
Niet zoals anders ben ik dit keer minder zenuwachtig dan normaal voor de grote rit. De vooruizichten wat het weer betreft zien er vreselijk goed uit en ik heb geslapen als een blok. Onze jongste zoon brent ons na een goed ontbijt dit keer weg. De Duitser heeft dan alweer een paar zakken krentenbolen en bolussen van mijn vrouw gekregen voor in zijn tassen, samen met een paar pakjes Dextro Energy en voldoende te drinken.
Bij aankomst in Zoetermeer is er nog volop tijd voor een praatje met bekenden, en daarna zijn er speechjes van de organisatie en al een paar huldigingen vooraf. Voor de oudste deelnemer (Jaap Bouman) en voor de enigste deelnemende vrouw (Evelien Veerman). Pas na de start kom ik er achter dat ik na al dat praten zelf ben vergeten m'n flessen op te vullen met water. Bij het eerste stoplicht gaan er al velen door rood, en daarmee is ook het voor de start geprevelde "Ride Safe & hou je aan de verkeersregels" in de eerste 5 minuten weer teniet gedaan. Jammer hoor want zelf heb ik voor het eerst van mijn leven een helm op. Speciaal gekocht maar later bij een korte stop in Arnemuiden per ongeluk in het gras laten liggen. Zonde van het geld denk ik als ik er een kilometer of 80 later achter kom.
Mooie eerste dag met vooral voor de wind, hoge snelheden en te veel Cola. Mijn Duitse gast ben ik na een kwartiertje ook al per ongeluk uit het oog verloren. Tegen de avond kom ik in Ossendrecht aan en ik neem snel wat te drinken in het inmiddels bekende Cafe zaal de Vrede. Als uiteindelijk de met ducttape afgegarneerde zeepkisten van papier mache binnen komen ga ik verder, op weg naar de officieuse ondersteunings post van Herman Mandemakers. Daar kom ik om een uur of 10 aan en Herman en zijn vrouw voorzien mij van nog eens heeel veel Cola en pasta. Bij het afscheid krijg ik nog een trosje bananen mee en een eierkoek. Dit zal de volgende ochten een mooi ontbijt blijken te zijn.
Herman loodst me terug naar de route en daar zien we nog net een andere randoneur de rotonde nemen. Een poosje fiets ik op met Peter naar de volgende stempelpost. Daarna ga ik alleen verder. Half 2 in de nacht is het mooi geweest. Dik over de 300 km en volgens mijn berekeningen moet dat ruim voldoende zijn om op tijd binnen te komen. 's nachts kan ik niet lekker doorrijden op mijn ligfiets omdat ik de weg niet goed kan zien, daarom heb ik voor deze tocht een speciale taktiek uitgedacht. Ik ga er een wild kampeer vakantie van maken met dagafstanden van 300 km. De tijd die na de dagafstand over is ga ik slapen.
Ergens in de buurt van Vught langs een kanaal zie ik een geschikte plek met bomen en een beetje ondergroei. Dit is uitermate geschikt om de hangmat tent tussen te spannen. Ik let goed op dat niemand mij ziet en zet m'n fiets tussen de bomen. Het moment van stoppen tot slapen is meestal minder dan 10 minuten. Ik ben er van overtuigd dat als je goed kan slapen dat het fietsen geen martelgang hoeft te worden omdat je lichaam kan rusten tussendoor. Je zult ook niet snel door vermoeidheid navigatie fouten gaan maken of chagrijnig worden door slaap te kort. Ik slaap dan ook als een roos van 2 tot 7 uur in de ochtend.
Als ik mijn boeltje weer heb opgepakt ben ik onder een stralende zon ineens laatste in de rit. Als eerste kom ik een Belg tegen, zijn naam is Tom en hij zit er helemaal doorheen. Ik geef hem een pakje Dextro die ik tegenwoordig standaard als een soort van "relatiegeschenken" bij me heb. Hij wil niet een stukje mee fietsen maar gaat toch proberen Vijlen te halen. Dan rij ik om 10 uur de club van Jaap achterop. Jan van Os is er ook bij op zijn ligfiets en is speciaal een dagje op pad om Jaap door het heuvelachtige traject van Amstel Gold en Mergelland route heen te loodsen. Als ik schuin omhoog naar Harold, de vriend van Evelien kijk, zie ik al dat hij het niet lang meer vol gaat houden hij ziet eruit als een opgewarmd lijk wat ze net met een tasergun aan het fietsen hebben gekregen. Later hoor ik dan ook dat hij is uitgevallen.
Als ik verder ben gereden zie ik wat later toch nog iets snel opdoemen in mijn spiegeltje, het is Jan die toch even zin had in een beetje tempo rijden. Samen trappen we een uurtje lekker door tot we stoppen voor een brood nodige koffie en Cola. Het duurd een eeuwigheid maar ik kan niet langer wachten tot de club van Jaap weer op komt dagen. Na een tweede Cola is het al bijna tijd voor de lunch en moet ik weg om toch weer aan een goed gemiddelde te komen. Het heuvelland gaat langzaam over in naar voor mij echte bergen. Enkele pittige klimmetjes verder kom ik Bj?rn Willemsen tegen, hij is wat aan het sleutelen. Naar zeggen lopen de kettingrollen wat aan bij het klimmen. Hij heeft geen hulp nodig en ik zwoeg verder. Niet ver voor het 3 landen punt zie ik Ivo Lafeber staan in een bocht. Hij heeft een rust momentje.
Ivo heeft naar eigen zeggen nog even voor de bergen een middelgrote buurtsuper leeggekocht. Dit lijkt een beetje een beginners fout want voor veel bagage moet altijd een zware prijs worden betaald in heuvels en bergen, maar samen komen we toch aan op het 3 landen punt. Dan gaan we gezamelijk verder naar de Controle in Vijlen waar Leo al klaar zit. Het is een fraaie post waar ze religie mixen met Gulpener bier en ik moet zeggen dat dit een zeer prettige afdronk heeft. Met zoveel Christus en Maria beelden om je heen is het uiteraard niet meer nodig om te bidden voor de heerlijke soep en pasta die ze hier hebben.
Bjorn is inmiddels ook aangekomen en Ivo heeft even een douche gepakt. Ik denk dat ik nog fris genoeg ben en ga weer verder. Nog een uurtje en enkele klimmetjes later hebben we de enige "berg" etappe achter de rug en glijden we richting Nijmegen. Voor me zit nog een Duitser, Peter Ubachs ook op een ligfiets. Hij is niet ver voor me vertrokken maar ik heb hem niet meer in het vizier gekregen. Het leek een zelfbouw en is extreem laag. Zelf ben ik blij met mijn M5 M-Racer. De 2x28" wielen met hun voor deze gelegenheid keihard opgepompte 23 mm race Continentals rollen zo vederlicht dat het met de wind in de rug haast geen moeite lijkt te kosten om op mooi glad asfalt uren lang boven de 30 te rijden.
15 kilometer na Roermond kijk ik al uit naar een plek voor mijn hangmat. Ik zie een stille zandweg zonder verse auto of tractor sporen en rij de fiets erin. Rechts een maisveld en links een volgroeid naaldbos. 100 meter van de provinciale weg trek ik m'n fiets door een ondiepe greppel het bos in. Prachtige plek en om half 10 bel ik vanuit mijn slaapzak nog even in het laatste licht met mijn vrouw om te laten weten dat alles goed gaat. De Garmin die ik ook als wekker gebuik staat op 05:10 uur ingesteld om me te wekken. ik kan dan nog even doezelen en alvast wat eten om dan bij het eerste licht op te pakken. Als ik uit mijzelf wakker word is het inmiddels 10 over 8!! Garmin niet af horen gaan, en dik 10 uur geslapen. Dat zal nog doortrappen worden om deze verloren tijd weer in te halen.
Als door de bliksem getroffen ga ik snel door richting Zwolle voor de volgende controle met extra faciliteiten. Heerlijk is het om op deze alweer gloeiend hete zomerdag door het prachtige landschap van onze oosteliijke provincies te navigeren Bij Hengelo heb ik nog een kleine tegenslag en breekt er een spaak bij het over de brug heen denderen. Met mijn 90 kilo en de bagage heeft het wiel het op de slechtere stukken zwaar te verduren. Gelukkig zie ik langs de provinciale weg een enorme winkel met het logo van "Bike Totaal" op de gevel. Ik heb geluk ze zijn nog net open en de bijzondere bijna ouderwetse service van Leenders Bike Totaal is als een warm bad. Hoewel het een bijzondere platte spaak is hebben ze de reparatie snel en vakkundig uitgevoerd. Bandje weer prima op spanning en rijden maar. Leenders krijgt van mij een 10+ , wat een geweldige zaak!
Om een uur of 10 's avonds kom ik pas in Zwolle aan. Na zelf zo lang geslapen te hebben verbaast het me dat de andere ligfietsers er nog zijn en liggen te slapen. Ook mijn Duitse gast ligt daar nog te knorren. Er volgt een heerlijke gourgette soup met een bord pasta waar geen bodem in zit. Ik voel aan dat het een test is en zal me niet laten kennen en eet alles op. Dan moet ik geheel buiten de planning alweer een stukje 's nachts gaan rijden. Ik heb me voorgenomen om niet met andere snurkende en ruftenden randoneurs in een veel te warm kamertje op half slappe luchtbedjes te gaan slapen en ga de nacht in. Een klein rondje door een donker poldertje richting Berkum. Daar maak ik een klein foutje en ga een heel stuk onder aan de dijk verder terwijl ik bovenop had moeten rijden. Ik dacht dat ik verderop weer de dijk op kon maar de weg eindigd op een boeren erf. Dan maar weer terug.
Aarde donker is het hier overal en het nachtrijden is weinig effectief. Overdag kan ik tussen de 28 a 32 rijden maar 's nachts is dat maar 22 tot 25 kilometer per uur. Ook weer ergens rond een uur of 1 's nachts hang ik pal naast het fietspad de tent op. Als ik erin lig rijd er op nog geen meter een fiets langs, maar deze ziet me niet. Na een uur of 6 slaap breek ik snel de boel weer op en vertrek richting het noorden. Zeker is dat ik weer het allerlaatste ben. Maar ik hou vast aan mijn tactiek van 300 km per dag. Ik ben nog steeds een heel stuk frisser dan mijn shirt, en heb niet eens spierpijn. tot nu toe heb ik iedere dag vol gas kunnen geven overdag zonder spoor van vermoeidheid.
Assen is de eerste stop van betekenis voor vandaag. Voor Assen ligt het dorp Grolloo de geboorte plaats van alle Nederlandse popmuziek. Harry Muskee en Herman Brood, namen uit het verleden (eind jaren zestig). Zij komen hier allemaal vandaan of hebben er gespeeld. Ik zoek alvast een nummer op, niet van de legendarische LP Groeten uit Grolloo van Cuby & Blizzards die hier wel is opgenomen. Het is er wel een uit dezelfde periode. Het gaat het zeer melancholieke "Windows of My Eyes" worden. Waarom moet ik toch godverdomme altijd janken als ik die oude kut muziek opzet? A heavenly past that calls, the shelter of my mind. Gelukkig kom ik emotioneel weer een beetje bij met Cola, koffie en een broodje bal bij de Shell in Assen.
Richting Groningen alweer met alweer een bijzonder vriendelijk ploeg mensen in dit Shell station. Ook maak ik een leuk praatje en zeer fraaie foto van de voltallige bemaning. Ik ben een keer avontuurlijk en kan me niet bedwingen om eens een Chocomel "Dark" te proberen, dit laat zich uitstekend met Cola en een flesje AA Drank mixen. Ik begin gelukkig nog geen hoorns te krijgen van de Chocomel "Dark", en na een Bounty trio en een broodje bal ga ik verder naar Leeuwarden. Buiten gekomen lijkt het steeds warmer te worden. De heetste zomer sinds mensen heugenis, en wij doen een fiets rally door Nederland. Waren er al mensen die je voor gek verklaarden als ze hoorden over een fietstocht van 1428 kilometer, dan weten ze nu zeker dat je gestoord bent om met dit warme weer 300 kilometer of meer per dag te gaan rijden.
Afsluitdijk geeft na Leeuwarden wat verkoeling met een briesje tegen. Het is bijna niet te geloven maar de hele poot richting zuiden ook weer schuin voor de wind. Geen spatje regen, ik neem de warmte graag voor lief, wat een geweldig fietsevenement tot nu toe. Net na het donker kom ik in Hoorn aan. Het was wat lastig te vinden, maar de Bami is goed. Ik neem zelfs de tijd om te douchen en mijn andere onderbroek een sokken aan te trekken. De oude sokken gooi ik in de vuilnisbak, zelfs ik durf ze maar amper meer vast te pakken.
Haast komt er onverwacht nog een einde aan de tour als ik op de spek gladde tegels van de douche ruimte bijna onderuit ga. De andere ligfietsers liggen nog te ronken. Mijn duitse gast komt ook binnen als ik klaar ben met eten. Iedere keer als ik hem zie begint hij er slechter uit te zien. Ik heb hem ook een geleende hangmat tent meegegeven maar hij wil of durft niet in de natuur te slapen en kiest voor de haze slaapjes tussen de snurkende, ruftende en uitgewoonde randoneurs op de veel te slappe luchtbedjes. Gemiste kans zeg ik.......
Alweer door de koelte van de nacht trap ik over de dijk lang het Markermeer naar de controle post in Almere, dit is een van de saaiste stukken tot nu toe. Vervolgens richting Utrecht. Maar bij Laren zie ik een mooi talud met prachtige bomen en wat ondergroei. In de vroege ochtend hang ik op deze smalle strook bos die aan de achterkant grenst aan de meest exclusive stukjes onroerend goed van Nederland mijn hangmat op. Ik pak weer mijn 6 uurtjes slaap en ga na het poetsen van mijn tanden weer geheel verfrist op pad voor het laatste stuk. Minder dan 300 kilometer zou een makkie moeten worden. Was het maar niet zo verduiveld heet dan kon ik serieus nog een soort van eindsprint inzetten.
Na Utrecht op weg naar Amsterdam Zuid, langs de Vecht bij Loenen begin ik serieus te overwegen om mezelf van een steigertje af te laten glijden voor een verkoelend bad. Wat is het vandaag gruwelijk heet. Bij de stops neem ik steevast een grote fles cola een Bounty trio (wishfull thinking) een Chocomel en een flesje AA Sportdrank. De AA is zonder prik en stabiliseerd op een of andere manier de anders dodelijke cocktail van Bounty, Chocomel en Cola. Genoeg vocht en suikers om mijzelf door de moordende hitte naar de volgende post te slepen.
Was het al druk met dagjes mensen op de weg en het fietspad dan lijkt alles richting de kust zich zelf nog verder naar een andere dimensie te begeven. In een parallel universum van flappen roze, rood of wit dooraderd vlees trekt veel te dik Nederland massaal het shirt uit. Mensen die het beter niet zouden kunnen doen trekken ongegeneerd een zwembroek of nog erger bikini aan. Huiverend kom ik bijna tot stilstand in deze malle molen van "Liposuction Wonderland". De fietspaden zijn vol, hard rijden is zelfmoord.
Op het traject langs de kust richting Scheveningen zie ik dingen waarvan ik dacht dat ze niet konden. Retro scooters met sturen zo breed als het gewei van een volgroeide eland maken het fietspad onveilig. Zonder enige belemmering van overheidswegen is het toegestaan dat dit soort apparaten op het fietspad mogen rijden. Ik zie diverse keren dat een "Blauw Plaatje" een "Geel Plaatje" in gaat halen. Dat kan alleen maar betekenen dat deze Retro Raketten dik 70 kilometer doen. Bijdehante patsertjes met hun veel te dikke snolletjes achterop maken je het leven zuur door vlak achter je te gaan rijden. Als ik al voorzichtig een stukje muziek aanzet hoor ik niet hun vervelende getoeter maar blijf wel achter in een smeerolie achtige kwalm van hun veel te ver opgefokte tweetakt motortjes.
Op het laatste stuk voor de finish gaat het nog een keer bijna mis als er weer een te dicht voorbij knalt met 85 op de teller. Zijn vriendinnetje heeft een tatoo op haar dikke spek rug die de afmetingen van een klein badlaken heeft. De voorstelling is een omhoog gestoken middelvinger. De doodskop ring om de vinger gaat gedeeltelijk schuil onder haar bikini bandje. Bij 85 kilometer over het golvende fietspad schokt en stoot haar vlees, en de vinger lijkt mij dan ook met de hoogste vorm van minachting te groeten.
Teleurgesteld in dit einde zet ik mijn mp3 speler uit. Ik zal niet het einde horen van het wonder mooie door Jim over Pamela Courson gemaakte nummer. Bij de finish is de opluchting groot, nog
relatief makkelijk heb ik het gehaald in een tijd van 104 uur. Mijn Duitse gast heeft nog 3 uurtjes langer nodig en is helemaal verrot als hij afstapt. Het kan een generatie duren en ik heb ook mijn opa's fiets er niet mee terug gekregen maar vroeg of laat laten Rotterdammers Duitsers boeten voor wat ze met onze mooie stad hebben gedaan.